Het is iedere bestuurder verboden om de vennootschap waarin hij zijn mandaat uitoefent concurrentie aan te doen. Bovendien geldt deze plicht eveneens voor de vaste-vertegenwoordigers van de bestuurder-rechtspersonen aangezien hij aan dezelfde voorwaarden moet voldoen als de bestuurder-rechtspersoon.

 

Deze niet-concurrentieverplichting is niet as such opgenomen in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Dit verbod vloeit voort uit het algemeen wettelijk principe dat overeenkomsten te goeder trouw dienen te worden uitgevoerd. Bestuurders hebben een loyauteitsverplichting die inhoudt dat zij geen concurrerende activiteit mogen uitoefenen zolang hun bestuursmandaat duurt.

 

De bestuurder mag de vennootschap niet beconcurreren, hetzij door een gelijkaardige functie in een concurrerende vennootschap op te nemen hetzij door de uitoefening van activiteiten die in concurrentie treden met deze vennootschap. Teneinde de omvang van dit verbod te bepalen dient te worden gekeken naar de werkelijke activiteit van de vennootschap en niet enkel naar het statutaire voorwerp.

 

Dit concurrentieverbod is steeds impliciet van toepassing, zelf als hieromtrent geen afspraken werden gemaakt.

 

Wat na de beëindiging van het bestuursmandaat?

 

De meerderheid van de rechtsleer en rechtspraak neemt aan dat de niet-concurrentieverbintenis een einde neemt na de beëindiging van het bestuursmandaat. Dit is logisch, aangezien de verplichting om de overeenkomst ter goeder trouw uit te voeren ophoudt wanneer de overeenkomst een einde neemt.

 

Voor zover niet in een andersluidend niet-concurrentiebeding is voorzien in de overeenkomst met de bestuurder of zijn benoemingsbesluit, zal de bestuurder na de beëindiging van zijn mandaat opnieuw concurrerende activiteiten kunnen uitvoeren of een mandaat kunnen opnemen in een concurrerende vennootschap.

 

Uiteraard zal het de bestuurder wel nog steeds verboden zijn om zich schuldig te maken aan oneerlijke marktpraktijken wanneer hij een concurrerende activiteit zou uitoefenen na de beëindiging van zijn mandaat.

 

Bovenstaande principes werden recentelijk bevestigd in het arrest van het Hof van Cassatie van 25 juni 2020.

 

Wat indien de bestuurder een inbreuk begaat op zijn of haar niet-concurrentieverbintenis?

 

In principe geldt dat het bestuursmandaat van een niet-statutair bestuurder ad nutum herroepbaar is en dat de algemene vergadering op ieder ogenblik kan beslissen om een bestuurder te ontslaan, zonder dat enige motivering vereist is en zonder opzegtermijn- of -vergoeding.  Hiervan kan worden afgeweken in de statuten of in het benoemingsbesluit. Niettegenstaande dergelijke andersluidende bepalingen in de statuten of het benoemingsbesluit kan de bestuurder toch worden ontslagen wanneer het bewijs wordt geleverd van een wettige reden.

 

Een schending van de niet-concurrentieverbintenis is zodanig ernstig dat zij kan worden beschouwd als een wettige reden, bijgevolg kan de concurrerende bestuurder steeds worden ontslagen. Daarnaast kan de vennootschap ook de uitvoering in natura of een schadevergoeding vorderen van de bestuurder wegens bestuurdersaansprakelijkheid.

 

Conclusie

 

Teneinde iedere discussie omtrent eventuele concurrentie en de draagwijdte van de niet-concurrentieverbintenis tussen de bestuurder en de vennootschap te vermijden, verdient het aanbeveling om in de overeenkomst met de bestuurder of het benoemingsbesluit een contractueel niet-concurrentiebeding in te lassen. Dergelijk beding dient te worden opgesteld met inachtname van enkele strikte geldigheidsvoorwaarden voor niet-concurrentiebedingen.

 

Contractueel kan onder meer de draagwijdte van het concurrentieverbod worden vastgelegd evenals kan worden bepaald hoelang het verbod op concurrentie blijft duren na de beëindiging van het mandaat. Dergelijk beding heeft als bijkomend voordeel dat er een forfaitaire schadevergoeding per inbreuk kan worden vastgelegd, zodoende wordt vermeden dat er achteraf dient te worden getwist over de omvang van de schade.

 

Voor al uw vragen omtrent de verplichtingen en aansprakelijkheden van bestuurders; kan u steeds bij ons terecht.

 

Jochen Vermeir

Jochen.vermeir@everest-law.be